Francistown

Francistown is - met een bevolking van ongeveer 95.000 inwoners - de tweede stad van Botswana. De stad ligt aan de Tati rivier, een zijrivier van de Limpopo, op ongeveer 400 kilometers ten noorden van de hoofdstad Gaborone. Francistown was het middelpunt van de eerste goudkoorts van zuidelijk Afrika, en wordt nog steeds omringd door oude en verlaten goudmijnen. De stad werd vernoemd naar de Engelse goudzoeker Daniel Francis, die hier in 1880 de gouddelvingsrechten verkreeg van de Ndebele koning Lobengula.

De stad is ondertussen vooral een handelsplaatsje met treinstation, veel winkels (ook voor Zimbabwaanse dagjesmensen uit het nabijgelegen Bulawayo), enkele hotels en tankstations. De enige bezienswaardigheid van het plaatsje is het Supa-Ngwao museum, dat een tentoonstelling heeft over de lokale Setswana cultuur en geschiedenis.

100km oostelijk van Francistown liggen de Lepokole Hills - welke bereikbaar zijn over een goede gravelweg. Het zijn de zuidelijke uitlopers van de meer bekende meer bekende Matobo Hills, net over de grens in Zimbabwe.