Natuur van Tanzania

Tanzania is het land van de superlatieven. U vindt er niet enkel de hoogste berg van Afrika, de Mount Kilimanjaro, bovendien treft u er de 3 grootste Afrikaanse meren aan: het Malawi meer, het Tanganika meer en het Victoriameer. Ook herbergt Tanzania de grootste wildconcentraties ter wereld. Toch is dit land minder bekend en minder druk dan buurland Kenia.

Door het aanwezige vulkanisme is op de grens met Kenia Afrika’s hoogste berg, de vulkaan Kilimanjaro (5895 meter) ontstaan. Tanzania telt nog één werkende (strato)vulkaan in het noorden bij Lake Natron: de Ol Doinyo Lengai of ‘Berg van God’. De berg is 2890 meter hoog met uitbarstingen in 1917, 1926, 1940 en 1966-67 en de krater vult zich sinds 1983 met lava. Mount Meru is de op vier na hoogste berg van Afrika.

Tanzania kent verder een vrij smalle kuststrook en een vlak tot licht heuvelachtig centraal plateau met een gemiddelde hoogte van 1200 meter. Het overheersende landschap in Tanzania is de savanne (o.a. in het Serengeti National Park); een landschap met vooral grasland en hier en daar een boom. Verder bestaat het landschap uit steppe en tropisch bos.

De Ambori-grotten vormen het grootste grottenstelsel van oostelijk Afrika met tien grotten die toegang geven tot een netwerk van kalkstenen tunnels dat naar schatting 200 km lang zou zijn. De grootste grotten zijn dertien meter hoog.

 

Natuur van Tanzania

Hoogste bergen

Tanzania is een land van vlaktes en hooggebergte. Door de variatie in landschappen komen er in Tanzania uiteenlopende klimaatzones voor die elk plaats bieden aan een diverse flora en fauna.

  • Mount Kilimanjaro  . . . . . . .   5.895 meter
  • Mount Meru . . . . . . . . . . . . .   4.566 meter
  • Mount Rungwe   . . . . . . . . . .  2.960 meter
  • Uluguru Mountains  . . . . . . .  2.648 meter
  • Rubeho Mountains . . . . . . . .  2.576 meter
  • Livingstone Mountains . . . . .  2.521 meter
  • Mbizi Mountain . . . . . . . . . . .  2.418 meter
  • Mahari Mountain  . . . . . . . . .  2.373 meter
  • Usambara Mountains . . . . . .  2.300 meter

Planten

Ecologisch kan Tanzania ingedeeld worden in een aantal zones:

Het acacia-savannebos heeft met ca. 2500 plantensoorten een zeer gevarieerde flora. De bossen liggen op het centraal plateau en de noordelijke graslandgebieden. De Serengeti-steppen zijn vooral begroeid met rode oot en diverse cypergrassen. Het uitgestrekte savanne-bos wordt door acaciabomen gedomineerd; Tanzania telt 40 inheemse soorten. Een bijzondere acaciasoort is de geelkleurige Acacia xanthopholoea of koortsboom, die veel voorkomt langs wateroppervlakten.

Het zuiden van Tanzania bestaat voor een groot gedeelte uit beboste savanne of Miombot, met ca. 15 soorten Brachystegia en lange grassoorten. De zeer opmerkelijke solitaire grillig gevormde baobab-bomen komen in heel Tanzania voor, met name onder de 1300-metergrens.

Het laaglandregenwoud is te vinden op de lagergelegen hellingen van het in het oosten gelegen Usambaragebergte. Dit gebergte beschikt over een onafgebroken bosgebied met de grootste hoogteverschillen van Oost-Afrika. Dit is een van rijkste biologische leefgebieden van Afrika met 276 geregistreerde bomen waarvan er 50 inheems zijn. In totaal is Tanzania slechts voor 1,5% bedekt met dichte wouden.

De rivierbossen en de altijdgroene bossen staan langs de grote rivieren en langs de hellingen bij het Manyarameer. De bossen bestaan uit hoge bomen als Trichilea emetica, Bridelia micrantha en Ficus sycamorus. Andere bekende verschijningen zijn de borassus en de dadelpalm.

Bergbossen groeien tussen een hoogte van 1200 meter en de boomgrens van 3000 meter. Door de gevarieerde regenval komen er op sommige plaatsen meer soorten voor dan op andere plaatsen. Op de hellingen van de Kilimanjaro komt vooral de Macaranga kilimandscharica voor. Op de regenarmere noordelijke en westelijke hellingen overheersen jeneverbes, olijfbomen, Nuxia congesta, klimop, kamferboom en de 30 meter hoge conifeer Podocarpus milanjianus.

Onder de bomen is een dichte begroeiing te vinden van struiken en wilde bloemen, waaronder vlijtig liesje, begonia, grote boomvarens, balsemien en Kaapse viooltjes.

Iets hoger op de hellingen staat onder andere de drie meter hoge veerachtige heideboom Erica excelsa en het kruiskruid Senecio johnstonii. Ook de begroeiing tussen 2800 en 4000 meter hoogte is zeer divers te noemen met Erica arborea, Erica exelsa, Hypericum revolutum, Helichrysum, gele protea, een vuurpijlsoort en verschillende soorten lobelia. De Lobelia deckenii en de Senecio kilimanjari groeien alleen op de Kilimanjaro.

Ook op een hoogte van 4000-5000 meter komen nog verschillende plantensoorten voor. In deze hooglandse woestenij groeien nog ongeveer 55 soorten, waaronder gekleurde lichenen en planten als de Haplocarpa rueppelii en de Haplosciadium abyssinicum.

Aan de kust van de Indische Oceaan komen mangrovebossen voor, meestal in de vorm van struiken en lagere bomen. Direct achter het mangrovegebied bevinden zich iets hoge kustbossen.

De 25 miljoen jaar oude Eastern Arcs, 13 beboste massieven, zijn van grote ecologische betekenis. Deze bossen behoren tot de gebieden met de grootste biodiversiteit ter wereld en zijn de oudste en meest stabiele van Afrika. Dankzij de voortdurende vochtige lucht die vanuit de Indische Oceaan binnendrijft, bestaan deze bossen al 30 miljoen jaar. De bossen herbergen 16 plantengeslachten, 75 gewervelde diersoorten en ca. 1000 inheemse ongewervelde diersoorten. In de afgelopen eeuw hebben echter vijf van de Eastern Arc-bossen meer dan driekwart van hun bebossing verloren door menselijk ingrijpen.

Tropisch regenwoud is beperkt tot delen van hoge bergen. Op Zanzibar is de natuurlijke plantengroei vrijwel geheel verdrongen door aangeplante, dichte kokospalmbossen.

Bijzondere bomen

In steden en dorpen is de flamboyant met zijn rood-oranje bloemen een opvallende en veel voorkomende verschijning. Verwant aan de flamboyant is de jacaranda, die een dichte baderkruin heeft en in veel verschillende vormen voorkomt. In de omgeving van veel huizen worden mangobomen geplant, met de bekende zeer eetbare vruchten. Zeer opvallend zijn de bloeiende flame tree en de coral tree met zijn stekelige stam en leerachtige bladeren. De candelabra lijkt op een cactus en de 18 meter hoge worstboom heeft typische vruchten die wel een meter lang en kilo’s zwaar kunnen worden.

De meest opvallende boom van Tanzania is de Adansonia digitata of baobab, bekend door grillige vormen en de vreemde takken. De vruchten zijn een lekkernij voor apen, en de boom wordt dan ook wel apenbroodboom genoemd. De baobab kan enkele tientallen meters hoog en zeer oud worden.

De meeste herkenbare acacia is de Acacia tortilis of parapluboom, die wel twintig meter hoog kan worden en centimeters lange doornen heeft.

De sycamore fig is een wilde vijg die een hoogte kan bereiken van 20 meter. De ronde vruchten worden door veel dieren gegeten, terwijl de bladeren een lekkernij zijn voor olifanten.

Dieren

De dierenwereld van Tanzania is in de eerste plaats die van de savanne, en wordt gekenmerkt door talrijke antilopen (waarvan de blauwe of gestreepte gnoe verreweg de algemeenste is), buffels, wrattenzwijnen, giraffen, nijlpaarden, zebra’s, zeldzame puntlipneushoorns, olifanten, leeuwen, panters, gevlekte hyena’s, hyenahonden, enzovoort. Dat er zoveel verschillende diersoorten te vinden zijn in Tanzania is een gevolg van de vegetatie van het land en de hoogteverschillen.

De fauna van de bossen omvat o.a. verscheidene apensoorten en in het westen de chimpansee; de dierenwereld van de kustbossen verschilt enigszins van die van de wouden van het binnenland. Op de hoge bergtoppen heeft de fauna een alpien karakter.

De visfauna van de rivieren is vrij arm, maar de meren (Victoria- en Tanganyikameer) bevatten grote aantallen soorten, vooral onder de muilbroeders en verwanten.

De overige diergroepen zijn zeer rijk aan soorten maar nog weinig bekend. Voor de kust liggen koraalriffen met een typisch tropisch Indopacifische fauna.

Het eiland Zanzibar sluit wat de dierenwereld betreft aan bij het vasteland, zij het dat er enkele endemische elementen voorkomen, zoals o.a. een duiker (antiloop) en een franjeaap.

Tanzania omvat een groot aantal nationale parken en reservaten, waarvan sommige tot de belangrijkste en beroemdste ter wereld gerekend worden (Serengeti National Park, Ngorongoro krater). De natuurbescherming is na de onafhankelijkheid consequent voortgezet, ondanks stroperij en de slechte economische toestand.