Bevolking van Madagaskar

Madagaskar telde in juli 2000 15.506.472 inwoners. De bevolkingsdichtheid bedraagt ongeveer 26 inwoners per km2. In het westen is 2 inwoners per km2 geen uitzondering. De gemiddelde groei van de bevolking bedraagt ongeveer 3% per jaar. Dit betekent dat de bevolking ongeveer één keer per 22 jaar verdubbeld. Dit hoge groeicijfer wordt veroorzaakt door het feit dat de gemiddelde moeder 5,84 kinderen krijgt en gezinnen met meer dan 10 kinderen vrij normaal zijn. De gemiddelde levensverwachting is niet erg hoog, bijna 55 jaar. Bijna 80% van de bevolking woont nog op het platteland; rond 20% woont in de steden. De trek naar de grote steden is echter groot en men verwacht dat in 2015 ongeveer 40% van de bevolking in de steden woont.

De hoofdstad Antananarivo heeft op dit moment bijna 1,1 miljoen inwoners. De hele agglomeratie telt ongeveer 3,6 miljoen inwoners. Andere grote steden zijn Toamasina (127.000 inwoners), Fianarantsoa (130.000), Antsirabe (120.000), Mahajanga (101.000) en Antsiranana (100.000).

De Madagassiërs zijn overwegend van Maleis-Indonesische afkomst en in veel mindere mate zijn negroïde en Arabische elementen aanwezig. Ongeveer 1% van de bevolking bestaat uit voornamelijk Fransen, Comorezen, Indiërs, Pakistani en Chinezen. De traditionele Madagassische bevolking is verdeeld in 18 stammen, voornamelijk gebaseerd op de grenzen van de vroegere koninkrijken en niet zozeer op etnische karaktertrekken. Hoewel sommige stammen van duidelijk Aziatische of Afrikaanse afkomst zijn, is de Madagassische bevolking over het algemeen een mix van de volgende stammen:

  • Antaifasy Kleine stam: Naam betekent "zij die in het zand leven". Regio Farafangara aan de oostkust.
  • Antaimoro: Naam betekent "zij van de kuststreek". Regio Manakara aan de oostkust. Verwant met de Arabieren.
  • Antaisaka Kleine stam: Naam betekent "zij van Sakalava-land". Afsplitsing van de Sakalava stam. Regio zuidoostkust.
  • Antakàrana: Zeer kleine islamitische stam. Naam betekent "zij van de kliffen". Regio Ankàrana in het verre noorden. Vissers en herders.
  • Antambohoaka: Naam betekent "zij van de gemeenschap". Regio Mananjary in het zuidoosten. Houden islamitische tradities aan.
  • Antandroy Semi-nomadische stam: Naam betekent "zij van de doornen". Arme stam in het droge zuiden. Inkomsten uit verkoop van houtskool. Vele ontvluchten vanwege miserabele omstandigheden naar andere regio’s.
  • Antanosy: Naam betekent "zij van het eiland". Regio zuidoosten.Bara Herkomst naam onbekend; waarschijnlijk van Bantu-taal afkomstig. Duidelijk van Afrikaanse afkomst. Herders.
  • Betsileo: Naam betekent "de onzichtbaren"". Regio Fianarantsoa. Houtbewerkers en boeren. Subgroep zijn de Zafimaniry. Regio ten oosten van Ambositra. Befaamde houtbewerkers.
  • Betsimisaraka: Op één na de grootste stam van Madagaskar. Naam betekent "zij die niet te scheiden zijn". Regio centrale en noordoostelijke kust. Voornamelijk boeren, verbouwen koffie, suikerriet en kruidnagelen.

    Bevolking van Madagaskar
  • Bezanozano Kleine stam: Naam betekent "zij met vele kleine vlechten" naar het Afro-kapsel. Regio tussen Merina en Betsimisaraka, bergachtig regenwoud.
  • Mahafaly: Naam betekent "makers van taboes". Regio . Kwamen pas ongeveer 900 jaar geleden op Madagaskar aan. Merina Grootste stam: Naam betekent
  • Sahalava: Naam betekent "zij van de lange valleien". Bevolken het grootste gebied: regio west-Madagaskar. Donkere huidskleur. Twee subgroepen, Makoa die afstammen van Afrikaanse slaven en Vezo, voornamelijk vissers.
  • Sihanaka: Naam betekent "zij die door de moerassen zwerven". Vissers en rijstboeren. Regio laagland rond het meer van Alaotra.
  • Tanala: Naam betekent "zij van het woud". Bergregio van de oostelijke regenwouden.
  • Tsimihety: Naam betekent "zij die hun haar niet knippen". Regio noordwesten. Herders en rijstboeren.
  • Zafisoro: Kleine stam. Herkomst naam onbekend. Zelfde regio als de Antaifasy; Farafangana aan de oostkust.

Taal

Het Madagassisch en het Frans zijn de twee officiële talen van Madagaskar. Het Madagassisch behoort tot de Maleis-Polynesische taalfamilie. Belangrijkste omgangstaal is het Hova, dat door de Merina, de grootste bevolkingsgroep, wordt gesproken.

Het Frans wordt met name in de steden en in het zakenleven gesproken. In het onderwijs wordt ook Franse les gegeven, zeker in het voortgezet onderwijs. Engels wordt eigenlijk alleen gesproken in de hoofdstad en de toeristencentra. Het Madagassische alfabet bestaat uit 21 letters. De C, Q, U, W en X komen niet voor in het alfabet. De laatste jaren worden er ook boeken en kranten in het Madagassisch uitgegeven.

Om een indruk te geven van het Madagassisch de volgende woorden:

NederlandsMadagassisch
HuisTrano
WaterRano
RijstVary
BroodMofo
MelkRonono
DorpVohitra
StadTanana
HaloManao Ahoana
Dank uMisaotra

 

Godsdienst

De Afro-Aziatische afkomst van de Madagassiërs heeft een gecompliceerde maar fascinerende geloofswereld opgeleverd. Met name het geloof in de kracht van de dode voorouders (de razana) die nog steeds ingrijpen in het dagelijks leven, is heel sterk. Zo worden ongelukken toegeschreven aan boze voorouders , die weer gunstig gestemd moeten worden met een offer.

Een ander fenomeen is genaamd “fady”. Fady is het geloof in handelingen en gedrag die “gevaarlijk zijn om...”

Een voorbeeld: “het is gevaarlijk om dírect een ei aan iemand te geven; het moet eerst op de grond gelegd worden.

Bij de Antaisaka’s komt nog steeds een taboe op tweelingen voor, en het kom nog steeds wel eens voor dat die na de geboorte gedood worden of achtergelaten in een bos.

“Vintana” is een ander gebruik en heeft te maken met de tijd. Elke dag heeft iets speciaals. Zo is de donderdag de dag voor huwelijken en vrijdag de dag voor begrafenissen.

Begrafenisgebruiken zijn talrijk en verschillen van stam tot stam en zelfs van familie tot familie. Het beroemdste ritueel van Madagaskar is de herbegrafenis of Famadihana. Het is de meest directe manier om in contact te komen met de overleden voorouders. Tijdens dit ritueel worden alle doden uit het familiegraf gehaald. Er wordt met ze gedanst en gefeest om ze te laten zien dat men nog steeds veel om de overledenen geeft.

De helft van de inwoners hangt ook animistische geloofsuitingen aan. Het animisme is een oergeloof waarbij men gelooft dat alle aardse dingen zoals bomen, dieren of zelfs stenen, een eigen spirituele kracht bezitten.

Vanaf de 18e eeuw was het een komen en gaan van missionarissen. Het protestantisme kreeg als eerste voet aan de grond op Madagaskar. Toen de Franse invloed sterker werd, kreeg het katholicisme al snel de overhand. Ongeveer 45% van de bevolking is christen, ongeveer evenveel rooms-katholieken als protestanten. Ongeveer 5% van de bevolking is islamiet. Ze wonen met name in noordelijke steden als Mahajanga.

Staatsinrichting

Madagaskar is sinds de nieuwe grondwet een presidentiële republiek met een nationale volksvergadering (138 zetels) en een meerpartijensysteem. Staatshoofd is de president, die voor vijf jaar wordt gekozen via algemene verkiezingen. De premier wordt benoemd door de president die kiest uit een lijst die door het parlement wordt samengesteld. De ministers worden weer door de premier benoemd. Er is een meerpartijensysteem, maar van 1975 tot 1992 waren alleen politieke partijen op socialistische grondslag toegestaan. Kiesrecht heeft iedereen boven de 18 jaar.

Administratief is het grondgebied ingedeeld in zes provincies (Antsiranana, Fianarantsoa, Mahajanga, Toamasina, Antananarivo en Toliary), die onderverdeeld zijn in prefecturen, onderprefecturen, districten en traditionele dorpsvergaderingen, fokonolona geheten, die een belangrijke rol spelen in de plaatselijke besluitvorming.

Onderwijs

Onderwijs is gratis in Madagaskar en alle kinderen tussen 6 en 11 jaar zijn verplicht om lager onderwijs te volgen. Officieel volgt 87% van de kinderen dan ook onderwijs, maar slechts één derde maakt de lagere school af. Madagaskar telt 13.000 lagere scholen, 700 scholen voor voortgezet onderwijs en 80 Lycées. Voortgezet onderwijs wordt maar door 10% van de kinderen afgemaakt. Op het platteland zijn deze percentages nóg lager. Tussen 1980 en 1990 zakte het percentage schoolgaande kinderen van zestig naar veertig procent. De kwaliteit van de publieke scholen is niet erg hoog. De rijkere mensen laten hun kinderen dan ook naar Frans sprekende privé-scholen gaan.

Ongeveer 60% van de bevolking is analfabeet en dat percentage dreigt alleen nog maar hoger te worden. Een van de redenen hiervoor is dat steeds meer kinderen van school gehaald worden door de ouders om mee te helpen het inkomen van het gezin wat op te krikken. Verder is er een groot tekort aan leraren. Om het onderwijs toegankelijker te maken voor de grote massa werd in 1972 de officiële onderwijstaal Frans vervangen door het Madagassisch. In 1986 werd het Frans echter weer ingevoerd in het vervolgonderwijs.

De University of Madagascar in Antananarivo heeft vijf vestigingen in de vijf andere provincies. Midden jaren negentig studeerden er 40.000 studenten aan de universiteit. Er is ook een pedagogische academie, waar men probeert het grote lerarentekort te verminderen.