Gobabis

Gobabis is de hoofdplaats van de regio Omaheke en is - met ongeveer 16.000 inwoners - de grootste stad ten oosten van Windhoek. Gobabis ligt 204 km oostelijk van Windhoek en 120 km westelijk van de grens met Botswana, langs de Trans Kalahari Highway. De stad is vooral een regionaal centrum voor de boerderijen in de omgeving.

Gobabis ligt net niet in de Kalahari, maar grenst aan deze rode zand woestijn. In het verleden woonde hier een groot aantal Nama-stammen (Bushman) - vooral de de Oorlam. Later kwamen er ook Herero’s en Tswana’s. Hoewel elke bevolkingsgroep z’n eigen taal heeft, is Engels de officiële taal maar vormt Afrikaans in deze regio de lingua franca.

De naam Gobabis stamt uit het Nama, maar over de betekenis wordt verschillend gedacht. Het zou ’de plaats van de olifanten’ kunnen betekenen of - in de Nama-taal - ’de plaats van ruzie en discussie’. Deze laatste betekenis hangt waarschijnlijk samen met de strijd die de Nama’s hebben geleverd met de Herero’s vanaf 1900. De Herero’s waren door de Duitsers van hun traditionele woongebieden verdreven na de slag bij Waterberg in 1904. De meeste Herero’s konden niet anders dan de woestijn intrekken en de concurrentie aangaan met de verschillende Nama-stammen. De Bushman die nog in Namibië leven, hebben zich uiteindelijk meer noordwaarts bij Tshumkwe of zuidwaarts in de Kalahari terug getrokken (zie de Säa Ta Ko Campsite ten zuidoosten van Gobabis). De Herero leeft nog altijd in en rondom Gobabis, net als de blanke Afrikaner Boeren.

Een aantal gebouwen van Gobabis zijn te danken aan het zendelingenwerk van de Rhenish Mission Society, die hier in 1856 een missiepost met winkel en kerk bouwden, waar jagers en handelaren graag kwamen. De missiepost werd in 1880 vernietigd. Het Duitse koloniale bestuur bouwde in 1897 een fort dat ook werd vernietigd. Het oudste gebouw is nu het veldziekenhuis, de Lazarette. Als u geïnteresseerd bent in de geschiedenis van Gobabis, kunt u het museum bezoeken dat aan de rand van Gobabis ligt en waar de historie van het stadje wordt geconserveerd.

Gobabis is het Texas van Namibië. Veeteelt is de belangrijkste economische activiteit. In de omgeving - die hoofdzakelijk uit savanne-grasland bestaat, waar acaciabomen voor een beetje schaduw zorgen - liggen enorm uitgestrekte boerderijen die uitsluitend extensieve veeteelt bedrijven. De meeste boeren zijn Afrikaans-talig die hier al generaties lang wonen. Het vee is bedoeld voor de slacht en wekelijks worden vachtwagens vol rundvee bij de abattoirs in Windhoek afgeleverd.

Harnas Wildlife Farm

Vanuit Gobabis kunt u het non-profit cheetah-, luipaard- en leeuwen opvangcentrum bezoeken bij Harnas. Harnas ligt op ruim 100 kilometer afstand van Gobabis en 50 kilometer noordoostelijk van Drimiopsis. De Harnas Wildlife Farm is bekend geworden als opvangplaats voor cheetahs, luipaarden en leeuwen en andere roofdieren die bedreig worden of het niet op eigen kracht kunnen redden. U kunt hier babycheeta´s, baby-luipaarden en leeuwtjes knuffelen.

Roofdieren in Namibië worden vaak bedreigd en raken gewond als ze in de omgeving van boerenbedrijven komen. Zeker als de dieren het vee aanvallen worden de roofdieren door de boeren opgejaagd. Als de roofdieren levend kunnen worden gevangen, worden ze naar Harnas gebracht om hier te herstellen en voor te bereiden om terug te keren naar de natuur in beschermde gebieden. Het is mogelijk om Harnas te bezoeken of om er een tijdje als vrijwilliger te werken. Aardig is ook het 40+ programma, voor mensen vanaf 45 die wat dichterbij de dieren willen komen. Groot wild mag niet door mensen worden aangeraakt volgens de Namibische wet. Het 40+ programma biedt een groeps-leerprogramma waarin er dichter contact met de dieren mogelijk is.

Volg in Gobabis de borden die u de C 22 wijzen richting Ojinen/Du Plessis/Drimiopsis. Volg deze C22 tot 8 kilometer voorbij Drimiopsis. Houdt hier rechts aan de M 131 (D 1668) op waar u na circa 30 kilometer Harnas aan uw linkerkant krijgt.

San van de Kalahari

250 km ten zuidoosten van Gobabis ligt "de Corridor" - een beschermd leefgebied van de San - die hier hun oude leefgewoontes proberen voort te zetten. Oorspronkelijk bestonden de in de noordelijke Kalahari levende San uit drie aparte taalgroepen: de !Xoo, Naro en !Twa. Door de strijd met zwarte stammen als Herero en het gevecht tegen de oprukkende kolonisatie van de Afrikaner Boeren werd hun leefgebied steeds kleiner. Sinds de jaren ’90 proberen speciale organisaties zich in te zetten voor het behoud van de San-leefgewoontes. Eén van deze organisaties is Omaheke San Trust die een San-kampeerplaats heeft gebouwd in de Kalahari nabij Motsomi. Bezoekers kunnen in Säa Ta Ko overnachten en het San-leven ervaren.