Okonjima & Africat

Okonjima ligt op ongeveer drie uur rijden ten noorden van Windhoek, tussen de plaatsen Okahandja en Otjiwarongo, in een privé reservaat, vlakbij Waterberg. Okonjima is de thuisbasis van de in 1970 opgerichte "Africat Foundation". Deze stichting heeft zich tot taak gesteld het welzijn van diverse katachtigen - waaronder luipaarden en cheeta’s - te bevorderen, om deze dieren uiteindelijk weer in de vrije natuur te kunnen laten rehabiliteren.

Net ten zuiden van Otjiwarongo, ligt het Okonjima Plains Camp (voorheen Okonjima Main Camp) - wat oorspronkelijk de Hanssen family-farm was. Deze boerderij werd omgebouwd tot eerste opvangcentrum voor katachtige roofdieren in dit gebied. Sindsdien zijn een aantal andere safarikampen geopend op dezelfde ranch (Okonjima Bush Camp, Villa en Bush Suite) - die allemaal relatief dicht bij elkaar liggen (binnen 5-10 km). Als gast van één van deze lodges bij Okinjima kunt u het één en ander van dichtbij ervaren. Daarnaast worden er ondermeer wandeltochten en mountainbike-tochten georganiseerd. Vogels en (nachtelijke) dieren kunt u vanuit een observatiepost aanschouwen.

Namibië is de thuisbasis van ongeveer een derde van de wereldwijde populatie cheeta’s. Daarnaast heeft Namibië een grote populatie luipaarden, evenals geïsoleerde populaties van zowel bruine en gevlekte hyena’s en wilde honden. Deze roofdieren zijn in het noorden van Namibië door de steeds verdergaande bebouwing en ontginning van landbouwgronden in het nauw gedreven en de mens tot overlast geworden. In de jaren ’60, ’70 en ’80 verloren veel boeren uit deze streek wekelijks een rund of ander groot vee ten gevolge van een aanval door roofdieren. Als reactie daarop begonnen boeren de katachtigen op te jagen en nog verder in het nauw te dringen - waardoor ze met uitsterven werden bedreigt.

Vanaf de jaren ’90 is de AfriCat Foundation zich het lot van deze roofdieren gaan aantrekken, en heeft het bij Okonjima een opvangcentrum ingericht waar boeren uit de omgeving gevangen (en soms gewonde) katachtige roofdieren heen kunnen brengen, zodat deze na verzorging en herstel weer veilig in vrijheid kunnen terugtreden in beschermde natuurparken. Het doel is ook om mensen (zowel toeristen als volwassenen en kinderen uit de omgeving) te vertellen over het belang om deze roofdieren in stand te houden. In Okonjima heeft de Africat Foundation ondertussen meer dan 1.000 dieren geholpen en 85% daarvan opnieuw in de natuur uitgezet.

Sommige luipaarden en cheeta’s worden als welpje naar het centrum gebracht, en worden hier langdurig verzorgd en opgegroeid tot zij groot genoeg zijn om zelfstandig in de vrije natuur te kunnen overleven. Andere roofdieren worden als volwassen exemplaar binnengebracht, welke dan vaak na een veel korter verblijf en herstel weer worden uitgezet in natuurparken in allerlei delen van Afrika. In het opvangcentrum in Okonjima kunt u op die manier steeds ongeveer zo’n 100 roofdieren zien. U kunt de dieren bij het opvangcentrum zowel zien in grote kooien (de welpjes en gewonde dieren) maar ook vanuit een safariwagen tijdens een rondrit over de ranch (gezonde dieren die uitgerust zijn met een zendertje). De staff geeft hierbij uitleg in welke fase van het rehabiliteren deze dieren zich bevinden - sommige moeten bijvoorbeeld opnieuw leren jagen (er lopen dus ook veel antilopen en andere dieren rond die eigenlijk als prooi dienen voor de roofdieren).