Bevolking van Oeganda

In Oeganda wonen meer dan 26 miljoen mensen (schatting 2002).De bevolkingsdichtheid bedraagt iets meer dan 97 inwoners per vierkante kilometer. Alle genoemde cijfers zijn sterk afhankelijk van het verloop van de heersende Aidsepidemie.
De natuurlijke bevolkingsgroei bedraagt 2,94%
Geboortecijfer per 1000 inwoners is 47.1
Sterftecijfer per 1000 inwoners is 17.5
Levensverwachting is 43,8 jaar mannen 43,0 en vrouwen 44,7 jaar

Bevolkingssamenstelling

Het land telt ondermeer elf verschillende inheemse bevolkingsgroepen: Baganda 17%, Karamojong 12%, Basogo 8%, Iteso 8%, Langi 6%, Ruanda 6%, Bagisu 5%, Acholi 4%, Lugbara 3%, Bunyoro 3% en Batobo 3%. Verder zijn er nog gemengde groepen en niet-Afrikaanse inwoners.

Taal

De bevolking van Oeganda spreekt voornamelijk Engels. Daarnaast wordt er Luganda, Swahili en vele lokale talen gesproken.

Bevolking van Oeganda

Godsdienst

De meest voorkomende Godsdienst in Oeganda is het christendom 66%. De helft behoort tot de Rooms-katholieke kerk, de andere helft is Protestants. 16% van De Oegandezen is Moslim en 18% beleid een inheems geloof.

Staatsinrichting en Politiek

Op 28 juli 2005 heeft er een verandering plaatsgevonden in de staatsinrichting van Oeganda. Tot die tijd werd president Museveni’s "Afrikaanse democratie" ook wel een geen-partijensysteem genoemd. De zogeheten National Resistance Movement had de verschillende politieke partijen vervangen: alle Oegandezen behoorden in principe tot de Movement. Politieke partijen waren weliswaar niet verboden, maar partijpolitieke activiteiten op decentraal niveau waren sterk beperkt en op nationaal niveau geconditioneerd. Onder dit systeem kon echter iedereen, ongeacht de politieke affiliatie, zich tijdens verkiezingen kandidaat stellen en aan het volk presenteren. De kandidaten werden gekozen ’upon personal merit’, en niet voor of namens een politieke partij. Alle gekozen leiders, van lokaal tot centraal niveau, werden automatisch lid van de Movement. Het idee hierachter was dat politieke kleur van leiders zou moeten wegvallen.

Volgens President Museveni had de geschiedenis van Oeganda geleerd dat het meerpartijensysteem in Oeganda leidt tot tribalisme en chaos, omdat de partijen in Oeganda op etnische en religieuze basis georganiseerd zijn. Verkiezingen op partijpolitieke basis zouden de etnische tegenstellingen alleen maar aanwakkeren. Het westerse meerpartijenstelsel was volgens Museveni niet toegesneden op de Afrikaanse realiteit. Het ’winner takes all’-principe had Oeganda in het verleden al veel schade berokkend: op het moment dat de ene partij/etnische groep aan de macht was, werden de anderen met geweld onderdrukt. Gedurende deze periode van “Afrikaanse democratie” claimde de oppositie in Oeganda dat de Movement in feite een politieke partij is en dat Oeganda daardoor een eenpartijstaat was. Helaas presenteerden de oppositiepartijen zich over het algemeen niet als serieuze actoren met een weloverwogen programma, waardoor de kracht van hun vaak terechte kritiek op de Movement grotendeels teniet werd gedaan.

In 1996 werden voor het eerste vrije verkiezingen gehouden, waarbij Yoweri Museveni als President werd gekozen voor een termijn van vijf jaar. In 2001 werden opnieuw presidentsverkiezingen gehouden. Bij een opkomst van 70 % werd President Museveni met 69.3 % van de stemmen met grote meerderheid herkozen. De belangrijkste tegenkandidaat Dr. Besigye slaagde er echter in 27,8% van de stemmen te verwerven. Zijn beroep tot nietig verklaring van de verkiezingen werd door het hooggerechtshof met drie tegen twee stemmen verworpen met het argument dat de geconstateerde onregelmatigheden niet van een zodanige omvang waren dat de einduitslag totaal anders zou zijn uitgevallen. Besigye en zijn vrouw, parlementslid Winnie Byanyima, worden sindsdien door de overheid regelmatig “ lastig gevallen”; reden voor Besigye om in augustus 2001 Oeganda “illegaal” te verlaten en zijn toevlucht te zoeken in de Verenigde Staten. De verkiezingen werden gekenmerkt door intimidatie, geweld en (administratieve) onregelmatigheden. Waarnemers en internationale donoren waren het er echter wel over eens dat de uitslag de wil van de bevolking weergaf. De donoren waren overigens ook van mening dat onvoldoende sprake was van een level playing field.

In 2002 werd een wet op politieke partijen gepresenteerd, de Political Parties and Organisations Act’. Opnieuw werden de mogelijkheden van de oprichting van politieke partijen beperkt. Dit levert de nodige weerstand op bij de politieke partijen die weigerden zich officieel te laten registreren. Aan deze strijd komt een eind als 28 juli 2005 een referendum plaatsvindt waarbij het overgrote deel van de stemmers ten faveure van een terugkeer naar het meerpartijensysteem stemt. De opkomst was evenwel laag, wat waarschijnlijk te wijten was aan gebrek aan kennis over en belang van het referendum. Ondanks de lage opkomst kan de uitslag als positief worden gezien.

Op 18 augustus 2005 is de nieuwe grondwet door het parlement aangenomen. Hierbij is de bepaling in de oude grondwet, die voorzag in een ambtstermijn voor de president van tweemaal vijf jaar, komen te vervallen. Hierbij is de weg vrijgemaakt voor President Museveni om zich voor een derde keer kandidaat te stellen bij de presidentiële verkiezingen in maart 2006.

Ondanks dat de verkiezingen door de internationale waarnemers gekenmerkt werden als vrij en eerlijk, bestaat er weerstand van de oppositie tegen de herkozen president Museveni. De voornaamste redenen hiervoor zijn dat in de periode van campagnevoering de voornaamste oppositiekandidaat Kizza Besigye enkele malen opgepakt is, en er rechtzaken tegen hem zijn aangespannen die zijn campagne hebben bemoeilijkt. Daarnaast hadden de oppositiepartijen niet dezelfde middelen om campagne te voeren.