Geschiedenis van Oeganda

De vroegste menselijke bewoners van het gebied waren jager-verzamelaars. Tussen ongeveer 2000 en 1500 jaar geleden kwamen Bantoe-sprekende volkeren, vermoedelijk uit Centraal- en West-Afrika, het zuidelijke deel van het land. Zij behoren tot de Urewe-cultuur en brachten en ontwikkelden landbouw, metaalbewerking en nieuwe sociale en politieke ideeën. De koninkrijken van Boeganda en Bunyoro-Kitara zijn voorbeelden van de eerste vormen van formele organisatie.

Begin 19e eeuw vestigden zich enkele Arabische handelslieden (slavenhandelaren) in het gebied, aangetrokken door ivoor en slaven. Aan het einde van de 19e eeuw kwam Oeganda onder indirect Brits bestuur te staan en gedurende de eerste helft van de 20e eeuw werd een klassieke koloniale economie ontwikkeld, met voornamelijk cash crops (vooral koffie en katoen), aangevuld met gewassen voor lokale consumptie.

Doordat de Britten vanaf eind 19e eeuw veel Indiërs naar Oost-Afrika haalden voor de aanleg van het Keniaanse en Oegandese spoorwegennet, groeide de Aziatische bevolkingsgroep flink. Later zou deze groep veel activiteiten binnen de commerciële en industriële sector in het land beginnen. De koloniale grenzen, gecreëerd door Groot-Brittannië om Oeganda af te bakenen, groepeerden een grote verscheidenheid aan etnische groepen met verschillende politieke systemen en culturen.

In 1962 werd Oeganda onafhankelijk van Groot-Brittannië. Oeganda zou in de jaren na de onafhankelijkheid 8 regeringswisselingen kennen in 36 jaar, waarvan enkele gepaard gingen met zeer veel geweld. De instabiliteit van het land is door sommigen toegeschreven aan de enorme etnische verscheidenheid die Oeganda kent. Andere verklaringen beroepen zich op de grotere (militaire) machtspositie van het noorden.

De eerste regering van het onafhankelijke Oeganda werd formeel geleid door president Mutesa (een voormalig koning van het zuidelijke BOeganda), maar de uitvoerende macht lag in werkelijkheid bij premier Milton Obote (een Langi uit het noorden). In 1966 nam Obote met behulp van het leger de macht over en benoemde zichzelf tot president. Protesten en geweld in Oeganda werden door het leger, onder leiding van generaal Idi Amin, met harde hand onderdrukt.

In 1971 volgde een nieuwe militaire coup, nu door Amin. Zijn bewind genoot aanvankelijk de steun van de bevolking en de massale deportatie van Aziaten uit het land werd door vele Afrikanen toegejuicht. De populariteit van Amin nam echter snel af, net als zijn greep op het volk, dat hij probeerde te verdelen door de etnische tegenstellingen te benadrukken. Tijdens het gewelddadige bewind van Amin vielen naar schatting enkele honderdduizenden doden. Door interventie van Tanzania, dat het regime van Amin nooit erkend had, moest Amin het veld ruimen.

Hierna volgden twee korte regeerperiodes die geen stabiliteit in het land brachten. Bij verkiezingen in 1980 kwam Obote opnieuw aan de macht als leider van het Uganda National Liberation Front (UNLF). Er brak weer een periode aan van zeer veel geweldaardigheden en binnenlandse onrusten. Volgens de meeste bronnen werden er door politie en leger zelfs meer slachtoffers gemaakt dan ten tijde van het Amin-bewind, ca. 500.000. Conflicten tussen de verscheidene etnische groepen in het leger leidden uiteindelijk tot het afzetten van Obote in 1985.

Onderhandelingen tussen de verschillende partijen onder leiding van de Keniaanse president Moi, leidden tot niets. In januari 1986 greep de National Resistance Army (NRA), voorheen de Uganda Patriotic Movement, onder leiding van Yoweri Museveni de macht. Deze had tot dan toe als guerrillabeweging geopereerd tegen het bewind van Obote. Museveni werd de nieuwe president en vervult nog immer die positie.

Het noorden van Oeganda wordt al 20 jaar geteisterd door conflict. De Lord Resistance Army (LRA) is een kleine rebellenbeweging met een cult-achtig karakter en zonder duidelijke politieke agenda. Het begaat voornamelijk misdaden tegen burgers, en ontloopt confrontaties met het Oegandees leger. Dit maakt het een moeilijk te bestrijden tegenstander. Het Oegandees leger is zelf ook niet erg gemotiveerd om de strijd aan te gaan. Er zijn teveel mensen in het leger die baat hebben bij continuering van de situatie (corruptiemogelijkheden) en de situatie heeft te weinig prioriteit bij de Oegandese regering om hier verandering in aan te brengen.

In februari 2006 wint president Museveni de presidentverkiezingen van zijn rivaal Kizza Besigye met 59% tegen 37% van de stemmen. In februari 2008 tekenen de regering en de LRA een permanent staakt-het-vuren. In november 2008 komt Joseph Kony van het LRA niet opdagen bij het tekenen van de vredesovereenkomst. In februari 2009 heeft de oppositie veel kritiek op de benoeming van Janet Museveni, de vrouw van de president, tot minister van de regio Karamoja. Volgens de president wilde niemand anders de baan. Het bewind van Yoweri Museveni sinds 1986 heeft relatieve stabiliteit en economische groei gebracht.

Bestuurlijke indeling

Oeganda is staatkundig in 77 districten verdeeld, verspreid over vier geografische regio’s. Elk district is verder verdeeld in subdistricten, counties, sub-sounties, gemeenten (parishes) en dorpen. Een ander type indeling is die in de vijf koninkrijken Boeganda, Bunyoro-Kitara, Ankole, Busoga en Toro.