Northern Cape

Northern Cape is de grootste en dunst bevolkte provincie van Zuid-Afrika. De provincie grenst aan Namibië en Botswana en beslaat bijna een derde van het oppervlak van Zuid-Afrika. Hier vindt u uitgestrekte vlaktes waar u kilometers lang kunt rijden zonder ook maar sterveling tegen te komen. Zoals in de ‘Wild West’ doemt er plotseling na een uur rijden weer een dorpje op ‘in the middle of nowhere’. Een dorpje is misschien wel te veel gezegd, alleen een paar huizen, een roadhouse met benzinepomp en een windmolen.

Dit is geen gebied om te haasten. Geniet van de leegte, van de geluiden die wij niet kennen, van de ondergaande zon aan de eindeloze horizon. ’s Avonds verschijnen de sterren – wel een miljoen of meer. Het kampvuur brand – de hyena huilt. Wat wilt u nog meer ?

Aan de noordzijde van de Northern Cape doorkruist de Orange River het droge gebied en zorgt voor weelderige groene velden en wijngaarden aan haar oevers. Er zijn natuurparken in het gebied met verassend veel wild en een ruige natuur, zoals het Kgallagadi Transfrontier Park (het voormalige Kalahari Gemsbok NP) en het Richtersveld NP. Maar ook parken ter bescherming van de fragiele natuur, zoals het Witsand NR en het Augrabies NP – met z’n prachtige watervallen. In het Namaqualand NP gaat het om de wilde bloemen, die in de lente lijken te verschijnen uit het niets.

U ziet oeroude rotstekeningen van de San, oftewel de Bosjesmannen. In groten en kloven hebben ze hun kunstwerken achtergelaten. Hoe dit oervolk kan overleven in deze dorre woestenij is op zich al een kunst.

En over kunst gesproken – bij Kimberley draait het niet alleen om diamanten, want die vinden ze hier uiteraard bij de vleet. De mijnwerkersstad heeft een kunstmuseum met een kunstcollectie die tot de beste behoort van het land.

Klimaat

Northern Cape heeft een extreem klimaat, ‘s zomer met temperaturen van ruim boven de 40°C terwijl u ’s winters met nachtvorst moet rekenen. In het grootste deel regent het sporadisch - hooguit wat nevel, wat al voldoende is voor de planten om er te overleven. In het westen – in Namaqualand, wat dichter bij zee – regent het licht aan het einde van de winter en in het vroege voorjaar. Het koelt de omgeving en verandert de heuvels in een golvende zee van bloemen.